woensdag 14 december 2011

Helft van intelligentie komt van ouders


Je hoort wel eens dat 'domme mensen' zou moeten verboden worden zich voort te planten of dat slimme mensen ook wel slimme kinderen zullen hebben. Maar hoewel intelligentie deels bepaald wordt door erfelijkheid (en dus de ouders), geldt dat maar voor de helft van het totaal. Met andere woorden: domme of slimme ouders krijgen niet enkel respectievelijk domme of slimme kinderen.

Wetenschappers onderzochten daarvoor het bloed van 3.500 Engelsen en Schotten, goed voor zo'n half miljoen genetische markers. Na een analyse van dat bloed en een intelligentietest, bleek dat 40 procent van de gekristalliseerde intelligentie (de mogelijkheid om kennis en vaardigheden aan te leren) bepaald wordt door de genen.

Vloeiende intelligentie, de vaardigheid om te redenen en abstract te denken, is voor  51 procent afhankelijk van de genen.
De rest van intelligentie wordt bepaald door de omgeving: de mensen waarmee je omringd wordt, het schoolsysteem, de ervaringen die je opdoet.

"Mensen met minder intelligente ouders moeten dus niet bij de pakken gaan neerzitten: hun lot is nog niet beslist. Je kan je genen te slim af zijn, want werkelijke intelligentie wordt bepaald door de interactie tussen genen en je omgeving", legt professor Ian Deary van de universiteit van Edinburgh uit.

Deze onderzoeksresultaten zijn een belangrijke vooruitgang; mogelijk gemaakt door een nieuwe genenanalysetechniek uit Australië. "Het bewijst vooral dat intelligentie geen zaak is van één (of een paar) simpel(e) gen(en), of één toevallige mutatie. Intelligentie is het ultieme bewijs van evolutie, waarbij verschillende genen elkaar beïnvloeden op verschillende manieren."

De onderzoekers hopen met het onderzoek uiteindelijk een verklaring te vinden voor waarom sommige hersenen 'goed' verouderen en andere niet.  (edp)

Bron: HLN.be

Geen opmerkingen:

Een reactie posten